Hoofdstuk 9 Epikouros 1D: De juiste houding ten opzichte van het leven
Categorie: Boek > Pallas > Druk 1: boek 3
De wijze wijst noch het leven af noch is hij bang voor het niet leven. Want het leven gaat hem noch tegenstaan, noch meent hij dat het niet-leven iets slechts is. Zoals hij bij voedsel helemaal niet de grootste, maar de aangenaamste portie kiest, zó ook zoekt hij het genot niet van de langste, maar van de aangenaamste tijd. Hij die de jongeman aanraadt goed te leven, maar de oude man op de goede manier te sterven, is onnozel, niet alleen omdat het leven welkom is, maar ook door het feit dat het zich oefenen in het goede leven en goed sterven hetzelfde is. Veel slechter is ook hij die zegt dat het goed is niet geboren te zijn, en eenmaal geboren zo snel mogelijk door de poorten van de Hades te gaan.
Want als hij dit uit overtuiging zegt, waarom stapt hij dan niet uit het leven? Want dit is voor hem voorhanden als hij werkelijk vastbesloten was; als hij dit schertsend zegt, dan is hij dwaas in de ogen van hen die dit niet aannemen. Men moet zich realiseren dat de toekomst noch van ons is, noch helemaal niet van ons, opdat wij noch in elk geval (zitten) af (te) wachten in de veronderstelling dat hij zal komen/zijn, noch wanhopen in de veronderstelling dat hij in elk geval niet zal komen/zijn.