Hoofdstuk 6 Anakreontea 6K: Dronkenschap
Telkens wanneer Bakchos komt, slapen de zorgen en meen ik de rijkdom van Kroisos te bezitten. Ik wil mooi zingen; ik lig met klimop bekranst en lap alles in mijn hart aan mijn laars. Maak (de wijn) klaar en laat ik drinken. Breng me een beker, jongen; want het is veel beter dat ik dronken neerlig dan dood (neerlig).