Hoofdstuk 6 Anakreontea 6G: Eros en de bij
Eens zag Eros niet een bij die sliep temidden van de rozen, maar hij werd gewond/gebeten. Gestoken aan zijn vinger jammerde hij over zijn hand en nadat hij naar de mooie Kytherea was gerend en gevlogen, zei hij: 'Moeder, ik ben omgekomen, ik ben omgekomen en ik sterf;
een kleine geveugelde slang heeft me getroffen, die de boeren bij noemen.' Hierop zei zij: 'Als jij last hebt van de angel van de bij, hoeveel, denk jij, hebben al degenen last, Eros, die jij treft?