Hoofdstuk 6 Anakreontea 6A: Pluk de dag
Niet gaat mij de rijkdom van Gyges ter harte, de heerser van Sardes, (en) nog niet heeft mij jaloezie bevangen, en niet benijd ik alleenheersers. Aan mij gaat ter harte om mijn baard te bevochtigen met parfum, aan mij gaat ter harte om mijn hoofd te omkransen met rozen; de dag van vandaag gaat mij ter harte, wie kent de dag van morgen? Zolang het dus nog helder weer is, drink én dobbel en breng een plengoffer aan de Bevrijder, tenzij een ziekte, als er een of andere
zal komen, jou verbiedt om zelfs te drinken.