Hoofdstuk 6 Archilochos 1I: De ideale veldheer
Ik houd niet van een grote veldheer en niet van een (die) wijdbeens (loopt) en trots is op zijn krullen of gladgeschoren (is), maar moge er voor mij een zijn/nee geef mij maar een (die) klein (is) en krom als men naar zijn onderbenen kijkt, onstuitbaar doorstappend met zijn voeten, met een hart in zijn lijf.