Hoofdstuk 5 Ilias 4D: Het gevecht
Zo sprak hij en nadat hij het omhoog gezwaaid had wierp hij een speer met een lange schaduw. En omdat hij het aan zag komen ontweek de schitterende Hektor het. Nadat hij het van tevoren had gezien hurkte hij, en het vloog over hem heen, de bronzen speer; Pallas Athene pakte hem op en gaf gem terug aan Achilles, verborgen voor Hektor, herder van het volk. Hektor zei tegen de onberispelijke zoon van Peleus: "Je hebt gemist, maar je wist op geen enkele manier iets van Zeus van mijn doodslot, Achilles lijkend o0p goden. Je dacht zeker van wel; maar jij was een zekere handige spreker en slim met woorden, met de bedoeling dat ik, nadat ik bang werd van jou, moed en afweerkracht zal vergeten. Jij zal de speer niet in mijn rug steken terwijl ik vlucht, maar wanneer ik recht op je af kom moet jij hem door mijn borst stoten, als God het gaf; Nu moet jij weer mijn bronzen speer ontwijken, moge jij die geheel in jouw huid opnemen, de oorlog aan de Trojanen zou gemakkelijker kunnen worden, nadat jij ten gronde ging; want jij bent de grootste ramp aan hen." Zo sprak hij en nadat hij het omhoog gezwaaid had wierp hij een speer met een lange schaduw. En hij trof de schild van Peleus in het midden, maar hij miste niet. De speer stuitte ver van de schild af. Hektor werd kwaad, omdat zijn snelle speer tevergeefs wegvloog uit zijn hand, hij bleef ontmoedigd staan, maar hij had geen andere essenhouten speer. Hij riep Deifobos met blinkend schild luid schreeuwend; Die vroeg hij om een lange speer; Deifobos was op de een of andere manier niet dichtbij. Hektor begreep het in zijn hart, en sprak: "Helaas! Voor waar riepen de Goden mij naar de dood, want ik dacht dat Deifobos, de held, aanwezig was, maar hij is op de muur en Athene bedroog me. Nu is de slechte dood voor mij dichtbij, en het is niet ver weg, en er is geen kans om te vluchten, want het was lang geleden geliefder aan Zeus en aan de van verre treffende zoon van Zeus, die mij vroeger bereidwillig beschermden; nu bereikt het noodlot daarentegen mij. Mag ik niet zonder inspanning en roemloos ten gronde gaan, maar nadat ik iets groots en voor nageslacht de moeite waar om te vernemen heb verricht." Dus nadat hij zo luid had gesproken trok hij zijn scherpe zwaard, dat aan zijn zijde hing en groot en stevig. Hij stormde er ineengedoken op af zoals een hoogvliegende adelaar die door de donkere wolken naar de vlakte gaat om of het zwakke lam of de schuwe haas te grijpen, zo stormde Hektor erop af. Terwijl het scherpe zwaard zwaaide kwam Achilles in beweging. Hij laadde zich op met wilde moed. Hij hield zijn mooie schild voor zijn borst als bescherming, fraai bewerkt, hij schudde met zijn glanzende helm, met vier beugels en mooie gouden haren wapperden erom heen, die Hefaistos als helmbos aan weerskanten in grote getale bevestigde, zoals de ster te midden gaat van de sterren in de duisternis van de nacht, avondster, zoals de mooiste ster in de hemel gaat staan, zo schitterde de speer met zijn scherpe punt, die Achilles met zijn rechterhand zwaaide, terwijl hij iets slechts bedacht voor de schitterende Hektor. Terwijl hij naar de mooie huid keek, waar hij zich het meest bloot zal geven, de bronzen wapens bedekten wat betreft al het overige huid van hem, mooie, die hij afnam nadat hij de kracht van Patroklos had gedood; de huid toonde zich waar de sleutelbeenderen de nek scheidden van de schouders, de keel, waar de snelste onheil van het leven is; Toen hij op hem afstormde trof de edelgeboren Achilles hem met de speer daarin, de punt ging er dwars doorheen, door de zachte nek.