Hoofdstuk 5 Ilias 3C: Hektor vraagt begrip voor zijn handelwijze
Categorie: Boek > Pallas > Druk 1: boek 3
En op zijn beurt sprak tot haar de grote Hektor met de fonkelende helm: "Zeker is dit alles ook voor mij een voorwerp van zorg, vrouwtje. Maar ik schaam mij heel vreselijk voor de Trojanen en de Trojaanse vrouwen met slepend gewaad, als ik als een lafaard ver weg van de oorlog verwijderd zal blijven. En mijn hart beval het niet, omdat ik geleerd heb altijd dapper te zijn en te vechten temidden van de voorste Trojanen, terwijl ik tracht de grote roem voor mijn vader en mijzelf te behouden. Want dit weet ik goed in mijn geest en in mijn hart: eens zal de dag komen, dat het heilige Troje te gronde is gegaan en Priamos en het krijgsvolk van Priamos met stevige lans. Maar niet zozeer is de smart om de Trojanen voor mij in de toekomst een voorwerp van zorg, noch de smart om Hekabe zelf noch die om koning Priamos noch die om mijn broers, die wel in groten getale en dapper in het stof zullen vallen door toedoen van vijandige mannen, als wel de smart om jou, wanneer een van de Grieken met bronzen harnas jou wenend met zich mee zal voeren, nadat hij de dag van de vrijheid van jou heeft weggenomen; en wanneer je in Argos bent, zul je wel een weefsel weven in dienst van een andere vrouw, en water dragen van de Messeïs en de Hypereia, met grote tegenzin, maar een krachtige dwang zal op jou liggen; en eens zal iemand zeggen, nadat hij jou tranen heeft zien vergieten: "Dit is de vrouw van Hektor, die steeds de beste was van de paarden temmende Trojanen in het strijden, toen zij streden rondom Troje." Zo zal iemand eens spreken; en jij zult weer een nieuwe smart hebben door gemis aan een zodanige man om de dag van de slavernij af te weren. Maar moge een grafheuvel mij, wanneer ik dood ben, bedekken, voordat ik ook maar het schreeuwen en het wegsleuren van jou hoor."