Hoofdstuk 5 Ilias 3A: Hektor zoekt zijn vrouw
Categorie: Boek > Pallas > Druk 1: boek 3
Zo dan gesproken hebbend, ging Hektor met de fonkelende helm weg. En snel vervolgens kwam hij aan bij het goedgelegen paleis, maar niet vond hij de blankarmige Andromache in de zalen,
maar zij stond samen met haar zoon en goedgeklede dienares op de stadsmuur, zowel jammerend als treurend. Maar toen Hektor zijn voortreffelijke echtgenote niet binnen aantrof, bleef hij staan op de drempel, en temidden van de slavinnen sprak hij: "Vooruit, slavinnen, zegt mij de waarheid. Waarheen is de blankarmige Andromache gegaan uit de zaal? Ofwel ergens (langs) naar het huis van haar manszusters of haar goedgeklede schoonzussen, of is zij op weg naar de tempel van Athena, waar de andere Trojaanse vrouwen met mooie vlechten de geduchte godin gunstig stemmen?" En tot hem sprak op haar beurt de flinke huishoudster: "Hektor, aangezien je ons dringend aanspoort de waarheid te zeggen, niet is zij ergens (langs) naar het huis van haar manszusters, noch haar goedgeklede schoonzussen, noch naar de tempel van Athena onderweg, waar de andere Trojaanse vrouwen de geduchte godin gunstig stemmen, maar zij ging op de grote standsmuur van Ilios, omdat zij hoorde dat de Trojanen gekweld worden en de (over)macht van de Achaïers/Grieken groot is. Zij dan is haastig bij de muur aangekomen, lijkend op een razende; en de voedster draagt je zoon mee." Zo sprak de vrouw, de huishoudster; en hij snelde weg uit huis, Hektor, dezelfde weg weer langs de goed aangelegde straten. Toen hij de poort bereikt had, gaande door de grote stad, de Skaïsche, waar hij juist op het punt stond erdoor naar buiten te gaan naar de vlakte, toen kwam zijn echtgenote voor wie hij de grote bruidsschat had betaald hem rennend tegemoet, Andromache, dochter van de fiere Eëtion, - Eëtion, die woonde aan de voet van de bosrijke Plakos, in Thebe, aan de voet van de Plakos, heersend over de Kilikiërs - zíjn dochter was getrouwd met de gebronshelmde Hektor. Zij ging hem vervolgens tegemoet en samen met haar ging de dienares het kind op de arm houdend, het onschuldige, heel jong, de geliefde zoon van Hektor, lijkend op een mooie ster, die Hektor steeds Skamandrios noemde, maar de anderen Astyanax; want als enige beschermde Hektor Ilios. Voorwaar hij glimlachte nadat hij zwijgend naar zijn zoon had gekeken;