Hoofdstuk 1 Nieuwe Testament 2A: De wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging
Toen het avond geworden was, gingen zijn leerlingen naar hem toe, zeggende: \"De plaats is verlaten en het is al laat geworden; zend de menigte weg, opdat zij, weggaande naar de dorpen eten kopen.\" En Jezus zei hen:\"Zij hebben geen noodzaak om weg te gaan/ze hoeven niet weg te gaan: geef hun te eten.\" En zij zeiden hem:\"We hebben slechts vijf broden en twee vissen.\" En hij zei: \"Breng die hier naar mij.\" En nadat hij de menigte bevolen had om te gaan zitten op het gras, nam hij de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel en begon een zegen uit te spreken en nadat hij de broden gebroken had gaf hij ze aan zijn leerlingen en zijn leerlingen aan de menigte. En iedereen at en verzadigde zich, en ze verzamelden wat over bleef van de stukken, 12 manden vol. En de eters waren met ongeveer 5000 mannen, nog zonder vrouwen en kinderen.