Hoofdstuk 7, tekst A: taaloefening
Categorie: Boek > Pallas > Druk 2: boek 1
A
1. jij maakt los
2. ik doe
3. wij maken los
4. doen
5. jullie maken los
6. zij doen
7. jij doet
8. ik maak los


B
1. Jij wacht
2. zij verbergen
3. jullie pakken vast
4. wij zoeken
5. wonen
6. zij bewaken
7. jij brengt
8. wij komen
9. varen
10. jullie vragen
11. wij willen
12. sturen
13. wij trouwen
14. ik ben blij
15. verlaten
16. wij redden
17. jij verlaat
18. jullie bevelen


C
1. parecete - jullie geven
2. fulattw - ik bewaak
3. chairousi (n) - zij zijn blij
4. filew - ik houd van
5. apokteineis - jij doodt


D
1. volgens luw
2. volgens luw
3. volgens poiw
4. volgens poiw
5. volgens luw
6. volgens poiw

E
1. Theseus wil alleen naar de Minotaurus gaan.
2. De Minotaurus doodt de Atheense kinderen niet.
3. De geschenken zijn erg mooi.
4. Wij zijn er verbaasd over dat jullie hier blijven.
5. Als we naar Athene varen zijn wij blij.