Hoofdstuk 3, tekst A (versie 2)
Herakles is geen mens.
Herakles is geen god.
Herakles is een held/halfgod.
Herakles is ook een slaaf.
Waarom is Herakles een slaaf?
Eurystheus heeft een slaaf.
De slaaf is Herakles de held/halfgod!
Eurystheus stuurt zijn slaaf naar Nemea.
Waarom stuurt Eurystheus zijn slaaf naar Nemea?
Daar woont een leeuw.
De leeuw woont in een grot.
Het land heeft angst.
Waarom heeft het land angst?
De leeuw verwoest het land.
Maar Herakles heeft geen angst!/is niet bang!