Hoofdstuk 8, tekst B
's Morgens vroeg wekt de zon Theseus op van zijn slaap. Theseus kijkt om zich heen, maar hij ziet Ariadne niet. Behalve de kinderen, is er op het strand geen mens. Nu roept Theseus Ariadne. En hij roept weer. Tenslotte hoort hij een stem. Maar de stem is niet van Ariadne, maar van de god. Want Dionysos zegt: "Niet een mens houdt van Ariadne, maar een god. Niet van een mens is Ariadne nu echtgenote, maar van een god. Want jij trouwt nu niet met Ariadne, maar ik!" Nu is Theseus vol van verdriet: want hij verlangt zeer naar de mooie Ariadne. Tenslotte wekt hij de kinderen op uit hun slaap. Hij gaat met de kinderen, zonder de geliefde Ariadne van het eiland en (hij) vaart naar Athene.