Hoofdstuk 5, tekst A: taaloefening
A.
1. a: onderwerp b: lijdend voorwerp
2. a: lijdend voorwerp b: onderwerp
3. Door de plaats in de zin.
4. Aan de naamval.
B.
1. De nieuwe koningin zoekt Eurystheus.
2. Eurystheus stuurt de slaaf naar de nieuwe koningin. Daarna bewondert de slaaf de koningin.
3. Het cadeau is zeer mooi.
C.
andreian megalhn = De grote moed
dwron neon=Het nieuwe geschenk
basileia file= De geliefde koningin
despothn kalon= De mooie meester
doulos allos =De andere slaaf