Met. 10: Orpheus en Euridice
De liefde is sterker dan de dood
Van daar gaat Hymenaeus via de onmetelijke hemel weg gehuld in een oranjerode mantel en hij haast zich naar de kust van de Ciconen en wordt tevergeefs met de stem van Orpheus geroepen. Hij was wel aanwezig, maar bracht noch de gebruikelijke (feestelijke) woorden, noch blijde gezichten, noch een gunstig voorteken; ook de huwelijksfakkel die hij vasthield knetterde voortdurend met traanverwekkende rook en vatte geen vlam door bewegingen (zwaaien).De afloop was nog erger dan het voorteken. Want de jonge bruid sterft terwijl ze, vergezeld door een menigte Naiaden over (door) de weiden zwerft, nadat zij een slangentand in haar hiel heeft ontvangen.
De zanger van het Thracische land heeft eerst tot de goden geklaagd; toen, om ook hulp te zoeken in het dodenrijk, waagde hij zich bij Taenarum de poort door, naar de Styx en liep tussen de lichaamloze lang begraven schimmen tot vóór Persephone met naast haar de gebieder over het sombere rijk des doods. Zich begeleidend op zijn lier zong hij hen toe: ‘O, goden van de wereld die onder de aarde geplaatst is, waarheen wij, allen die sterfelijk zijn, terugkeren, als het geoorloofd is en als jullie het toestaan om de waarheid te spreken zonder omhaal van woorden, niet ben ik hierheen afgedaald, om de duister Tartarus te zien en evenmin om de 3 nekken van het op Medusa lijkende monster, ruig door slangen, te boeien; de reden van mijn tocht is mijn echtgenote, in wie een adder zijn gif spoot nadat zij op hem getrapt had en die haar jeugd wegnam.Ik wilde dat ik het kon verdragen en ik zal niet ontkennen dat ik het geprobeerd heb: overwonnen heeft Amor. Deze god is wel bekend in de bovenwereld; of hij dan ook hier is betwijfel ik. Maar ik vermoed toch dat hij ook hier is, en als het verhaal over de oude roof niet gelogen is, heeft ook jullie Amor verbonden, Ik smeek bij dit gebied vol van angst, bij deze enorme Chaos en bij de stilte van het uitgestrekte koninkrijk (:), maak ongedaan het overhaaste lot van Eurydice! Wat alles betreft zijn wij bestemd voor jullie en na een korte tijd op aarde vertoefd te hebben haasten wij ons vroeger of later naar 1 plaats. Hierheen gaan wij allen, dit is ons eindhuis, en jullie hebben het langdurigste koningschap over het menselijk geslacht. Ook deze zal, wanneer zij rijp de rechtvaardige jaren voltooid heeft, in uw macht zijn: wij vragen haar in bruikleen in plaats van als geschenk. Maar als het lot toestemming weigert voor mijn echtgenote, staat het voor mij vast dat ik niet meer terug wil keren: verheugt u over de dood van 2.'
De bloedeloze schimmen beweenden hem die zulke dingen zei en die de snaren bij zijn woorden bewoog: Tantalus probeerde niet meer het terugwijkende water te pakken en het rad van Ixion stond stil van verbazing, en niet meer plukten de vogels aan de lever, en de Beliden waren vrij van hun kruiken en jij, Sisyphus, zat op jouw steen. Het verhaal gaat dat toen voor de allereerste keer de wangen van de Eumeniden nat werden door tranen omdat ze overwonnen waren door het lied, noch de echtgenote van de koning noch hij, die heerst over de onderwereld, is in staat om nee te zeggen tegen hem die smeekt en zij roepen Eurydice. Zij bevond zich tussen de pas aangekomen schimmen en kwam aanlopen met een trage stap vanwege haar wond. Haar en tegelijk ook de voorwaarde om niet om te kijken, totdat hij de Avernische vallei verlaten heeft, ontvangt Orpheus van Rhodepe;of dat anders het geschenk vergeefs zal zijn.
Het steile pad wordt voetje voor voetje door de stomme stilte afgelegd, het pad, sterk hellend, diep donker, dicht gehuld in duistere nevel. En niet ver waren zij af van de rand van het aardoppervlak: hier, bang dat zij kracht mistte en vol verlangen om haar te zien boog (keek) hij vol liefde (om) zijn ogen: en meteen gleed zij terug. De armen uitstrekkend en strijdend om gepakt te worden en te pakken grijpt de ongelukkige (O!/E!) niets behalve terugwijkende lucht. En reeds voor de 2e keer stervend heeft zij over haar echtgenoot geen enkele klacht geuit – wat immers had zij kunnen klagen behalve dat zij bemind werd? – en zij zei voor het laatst: ‘Vaarwel,' hoewel hij nauwelijks meer met zijn oren opving.
De veerman weerde hem af, diegene die smeekte en die tevergeefs opnieuw wilde terugkeren. Toch heeft hij daar 7 dagen gezeten zonder brood [de gave van Ceres], vuil op de oever; zijn zorg, zijn pijn en zijn tranen waren zijn voedsel. Terwijl hij kloeg dat de goden van de Erebus wreed waren, trok hij zich terug in het hoge Rhodopegebergte en in het Haemusgebergte, gedreven door de noordenwind.