Tekst 5.2: Latona smeekt de boeren
Zo sprak de godin de verbiedenden toe: ´Waarom houden jullie mij af van het water? Het gebruik van water(s) is gemeenschappelijk, de natuur heeft de zon niet tot privé-bezit gemaakt, ook niet de lucht en ook niet het heldere water. Ik kwam hier naar geschenken voor algemeen gebruik, en toch vraag ik smekend dat jullie (je) me die geven (geeft).
Ik was niet van plan om hier ons lichaam en onze vermoeide ledematen te wassen, maar mijn dorst te lessen. Mijn mond mist vocht terwijl ik spreek en mijn keel is droog en daarin is nauwelijks een weg voor mijn stem. Een slok water zal voor mij als een godendrank (nectar) zijn, en ik zal toegeven dat ik dan tegelijkertijd het leven heb ontvangen. Jullie zullen mij het leven hebben gegeven door het water. Mogen ook dezen jullie ontroeren, die hun armpjes uitstrekken vanuit mijn kleed.´
En juist op dat moment strekken de kinderen hun armpjes uit.