Tekst 11.8
Categorie: Boek > Ovidius en Caesar
1. Eerst spande deze zich in om door al (deze) smeekbeden te
bereiken dat hij in Gallië achtergelaten werd, deels omdat hij, niet gewend
zijnde aan varen, de zee vreesde, deels omdat hij zei dat hij door
godsdienstige bezwaren verhinderd werd.
2. Daarna zag hij dat dit hem
halsstarrig werd geweigerd, begon hij nadat alle hoop ontnomen was om het
te krijgen, de leiders van Gallië te verontrusten, afzonderlijk bij zicht
te roepen en hen aan te sporen opdat zij op het vasteland bleven, hij
maakte het bijzonder bang: hij zei dat het
3. niet zonder oorzaak gebeurd
was dat Gallië van adel werd beroofd, dit was het plan van Caesar, dat deze
allen, die hij vreesde om voor de ogen van de Galliërs te doden, na in
Brittancia overgevoerd te zijn te doden;
4. dat hij overig zijn woord gaf,
een eed eiste, opdat zij, waarvan zij begrepen hadden dat het in het belang
was van Gallië; dat met een gezamenlijk plan (gemeenschappelijke aanpak)
ten uitvoer brachten. Deze dingen werden bericht door verscheidenen aan
Caesar.