Tekst 11.6
1. Toen hij dit met nog meer woorden huilend aan Caesar vroeg, greep Caesar zijn rechterhand; na hem getroost te hebben, vroeg hij hem een einde aan het smeken te maken; hij liet hem zien dat zijn invloed op hem zoveel waard was dat hij het onrecht de staat aangedaan en zijn eigen verdriet vergaf ter wille van zijn wens en smeekbeden.
2. Hij riep Dumnorix bij zich, liet zijn broer toe; hij liet hem zien wat hij bij hem afkeurde; hij legde hem voor wat hij zelf wist, waarover zijn stam klaagde; hij waarschuwde hem voor de rest van de tijd alle verdenkingen te vermijden; hij zei dat hij hem zijn daden in het verleden vergaf ter wille van zijn broer Diviciacus. Hij stelde Dumnorix onder bewaking, opdat hij zou kunnen weten wat hij deed, met wie hij sprak.