Hoofdstuk 8: Horatius, Tekst 7: Voorbij! Of toch niet
r.1 Ik leefde tot voor kort populair bij de meisjes en ik vocht als soldaat niet zonder roem: maar nu zal deze muur mijn wapens en mijn lier
die de oorlog uitgediend hebben bezitten, r.5 (deze muur) die de linkerkant de uit zee geboren Venus bewaakt. Hier, leg hier de brandende
fakkels en de breekijzers en de bogen die een dreiging zijn voor een gesloten deur. O jij, godin, die het welvarende Cyprus bewoont en
r.10 Memphis, dat Sithonische sneeuw mist, koningin, raak nog één maal met hoogopgeheven zweep de trotse Chloë aan.