Hoofdstuk 13, startblok
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 2
a.
Julia, die door Tiberius verlaten was, was erg blij.
Julia, die naar een klein eiland was overgebracht, was ongelukkig.
b.
Davus, de slaaf van de beroemde senator Titus Calpurnius, rende door de steegjes, want hij zocht zijn vriend Syrus.
Eindelijk vond hij zijn vriend, die hij overal gezocht had, voor een winkel.
"Hallo, Syrus", zegt hij,
"kom snel! Je werd overal gezocht. Als je je haast, kun je misschien de woede van je meester ontlopen."