Hoofdstuk 6, startblok:
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 1
Marcus wandelt door de straten en de stegen. Met grote aandacht / Heel aandachtig kijkt hij
naar de mensen, maar Aemilia ziet hij niet. Daarom is hij bedroefd en verheugt hij zich niet
over zijn leven / is hij niet blij met zijn leven. Op veel plaatsen blijft hij staan en kijkt hij naar
de menigte: Met grote schreeuwen / luid geschreeuw prijzen de kooplui hun wijn en olijven
(aan), roepen de meesters hun slaven en verlangen smerige mannen de giften van de kooplui. Maar
vaak lachen de kooplui en geven ze hen geen giften. Dan gaat Marcus naar het Capitool.
Misschien is Aemilia op het Capitool. Maar treurig daalt hij het Capitool (weer) af, want zijn
vriendinnetje is daar niet.