Hoofdstuk 2, tekstblok
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 1
‘Kijk, het forum Romanum!’, roept Domitilla,
en haar vriendin Drusilla (roept): ‘Kijk, de brede straat!’
‘Kijk, het Colosseum!’, roept Julia. Maar Afra zwijgt.
‘Waarom zegt ze niets?’, vraagt Drusilla, ‘waarom is zij niet vrolijk?’
5 Dan antwoordt Aemilia: ‘Zij is een nieuwe slavin.
Ze zwijgt altijd, want ze kent geen Latijn.’
‘Ze kent geen Latijn’, roept Domitilla, ‘en waarom kent ze (dat) niet? Niemand
onderwijst haar!’ En tegen Afra (zegt ze): ‘Kijk, het fo-rum Ro-ma-num!’
Afra aarzelt, dan antwoordt ze: ‘Fo-rum Ro-ma-num’.
10 Julia is blij (en zegt): ‘Kijk! Nu luistert Afra, ze zwijgt niet meer.
Domitilla is een goede lerares.’
Opnieuw (zegt) Domitilla tegen Afra:
‘Kijk, de hoge tempel, kijk, de brede straat!’
‘Ho-ge straat’, antwoordt Afra. Aemilia en Drusilla lachen;
15 Maar Domitilla (zegt): ‘De straat is niet hoog, de tempel is hoog;
de straat is breed en veel straten zijn breed.’
En Afra (zegt): ‘Veel straten zijn breed.’
De vriendinnen hebben plezier en ze gaan door:
‘De tempel is hoog ... de tempels zijn hoog ...
20 daar staat een vrolijke slaaf .... daar staan veel slaven ...
‘Kijk! Nu komt Titus Servilius, de beroemde senator,
nu komen er veel senatoren, nu de consuls.
Ze zijn vrolijk en lachen.’
En Afra (zegt): ‘Er komen veel vrolijke senatoren.’
25 Weer hebben de vriendinnen plezier en klappen in hun handen en roepen:
‘Goed zo, Afra, goed zo!’ Nu is ook Afra blij.