x - Scanderen
Categorie: Grammatica > Latijn
Scanderen van een dactylische hexameter
Inleiding
Ons dagelijks taalgebruik kent een afwisseling van beklemtoonde (benadrukte) en onbeklemtoonde lettergrepen. Deze afwisseling (ritme) is het gevolg van vaste klemtonen van woorden. Ook in het Nederlands kan je daar mee spelen:
Líentje / léerde / Lótje / lópen / lángs de / lánge / Línde /láan.
Zoals je ziet vindt ook hier een afwisseling van klemtoon plaats; dit geeft een zeker ritme aan de zin. (Overigens noemen we zo'n versvoet een trochee, "draafmaat"). In het Latijn en Grieks berust de afwisseling niet op het verschil tussen beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen, maar op de afwisseling tussen lange en korte lettergrepen, vastgelegd in een bepaald patroon.
Waarom moet je dit scanderen, dit vaststellen van de versmaat nu leren? Antieke literatuur, en zeker poëzie, werd hardop voorgelezen en voorgedragen. De dichter kon, door de bewuste afwisseling van lange en korte lettergrepen, een zekere klankkleur aan zijn gedichten geven. Op ernstige momenten klinkt het gedicht ook zwaar en langzaam, op vrolijke momenten huppelen de lettergrepen achter elkaar door. Vergelijk bovenstaand rijmpje maar eens met het bekende:
Dénkend aan Hólland / zíe ik bréde rivíeren / tráag door oneíndig / láagland gáan.
Per dichter en per soort gedicht kan deze versmaat (dit ritme) verschillen - voor het antieke epos is de traditionele versmaat de dactylische hexameter.
De dactylische hexameter:
De dactylische hexameter is een zesvoetige versmaat ((hexa) waarvan de dactylus ("vinger") de basis vormt. In plaats van de dactylus kan een spondee worden gebruikt.
Een aantal " hulp"regels:
1. de laatste versvoet bestaat altijd uit twee lettergrepen
2. de vijfde voet is altijd een dactylus (- vv)
3. een lettergreep is lang als hij een lange klinker of tweeklank bevat (ae, au, ei)
4. een lettergreep is lang als hij (ongeacht de klinker) gevolgd wordt door twee of meer medeklinkers. x is twee medeklinkers, qu niet! h is geen medeklinker. Op deze regel is echter één uitzondering: als de twee medeklinkers bestaan uit een muta (c, g, p, b, t, d) cum liquida (m, l, n, r) geldt de dubbele-medeklinker-regel niet! Er is in dat geval geen sprake van lengte door positie.
5. de abl. ev. van de 1e, 2e, 4e en 5e declinatie is lang: hortó, manú
6. de dat./abl. mv van de 1e en 2e declinatie is lang: feminís
7. de acc. mv van de 1e, 2e en 4e declinatie is lang: hortós
8. de nom/acc mv op -es is lang: equités
9. bij Griekse eigennamen, die in Latijnse teksten voorkomen, moet je de oorspronkelijk Griekse vorm kennen om de lengte van de klinker te bepalen. Het kan ook helpen om in je woordenboek te kijken: daar worden de lange lettergrepen ook aangegeven!
10. elisie betekent dat in sommige gevallen de slotlettergreep van een woord metrisch niet meetelt: ...tem et... lees je als ...tet...; ....que et... lees je als ...quet...; ...(klinker of)m... est lees je als ...mst....