Hoofdstuk 9, tekst 3E: De dood van Plinius Maoir
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
Elder was het al dag, daar een nacht donkerder en dichter vcan alle nachten, die echter draaglijker werd gemaakt door vele fakkels en verschillende lampen. Hij besloot naar de kusten te gaan en van heel dichtbij te bekijken of de zee al iets toeliet. Deze bleef tot nu toe woest en gevaarlijk. Daar achteroverliggend op een neergelegde linnen doek vroeg hij eenmaal en opnieuw om koud water en dronk het gretig op. Daarna joegen vlammen en zwavellucht, als voorbode van vlammen, de andere op de vlucht, en spoorden hem aan. Steunend op twee slaafjes ging hij staan en zakte onmiddellijk in elkaar, zoals ik veronderstel, omdat zijn ademhaling door de vrij dichte rook was geblokkeerd en zijn luychtpijp afgesloten, die voor hem van nature zwak en nauw en vaak astmatisch was. Toen het daglicht was teruggekeerd (deze was de derde vanaf de dag die hij het laatst had gezien) is zijn lichaam gevonden ongedeerd, ongeschonden en bedekt zoals hij was gekleed; de houding van zijn lichaam leek meer op een slapende dan op een overledene.