Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Lingua Latina > Boek 1

Hoofdstuk 8, tekstblok: Goede raad voor Alexander

T Hallo, Marcus! Waarom ben je zo laat? Kijk uit voor de woede van Diodotus!
L Je bent een zoon van Fortuna: want de meester leest namelijk zijn boek van Senecae.
Het boek valt erg in smaak, zoals je ziet; daarom bekommert Diodotus zich niet om
jou. Maar wij hebben een nieuwe redevoering besproken.
5 M Wat hebben jullie besproken? Vertel, vrienden!
T Wij discussiëren over de plannen van Alexander de Grote, de koning van de
Macedoniërs.
M Wat heb ik daar mee te maken? Ik bekommer me niet om de plannen van koningen en
keizers.
L Jij bekommert je om niets, behalve om mooie meisjes; jij wacht altijd op brieven van jouw Aemilia.
10 M Kijk uit jij, ellendige kerel, en zwijg over mijn Aemilia! Jij bent vol ellendige afgunst,
omdat ik een knappe jongen ben, omdat een mooi meisje van mij houdt.
– Maar vertel, Titus: Wat is jullie Alexander van plan?
T Het is niet ‘onze Alexander’, evenmin als de jouwe
15 – maar vandaag wil hij de Oceaan bevaren.
M De Oceaan! Is hij dan niet bang voor de toorn van Dio... ehem, van de goden en
godinnen?
L Luister naar de woorden van de leraar: ‘Omdat Alexander verlangt
naar roem, wil hij met weinig mannen de Oceaan bevaren. Jullie echter, jongens, zijn
de raadgevers van de koning, jullie vriend.’
20 G We kunnen de koning waarschuwen voor de gevaren van de grote Oceaan: Hij is vol van monsters ...
T ... in de boeken van geleerde mannen lezen we niets over landen liggend in de Oceaan / die in de Oceaan liggen.
L Dus kan de koning geen steden en ook geen akkers vinden ...
G ... en is hij al de baas van zoveel landen, van zoveel volken ...
25 M Nu heb ik goede adviezen in overvloed, mijn vrienden: Nu kan ik Alexander
zeker raadgeven!

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.253

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21