Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Disco > Boek 2

Hoofdstuk 28, tekst B

Nadat de vrijgelatenen bijeengeroepen waren, heeft Claudius zo gesproken: 'Ik heb een vrouw nodig, omdat Messalina is gestorven. Zeg mij: wie moet ik in het huwelijk leiden (of: met wie moet ik trouwen)? Pallas prees Agrippina zeer: 'Agrippina is slim; Haar vader was Germanicus. Daarom is zij een huwelijk met u zeker waardig. Jij zult goed doen door haar in het huwelijk te leiden (of: met haar te trouwen). ' Nadat Agrippina door Pallas geprezen was, zei Callistus: 'Ik ben voor Lollia: zij is mooi. Waarom beveelt Pallas Agrippina aan? Je bent haar oom! Wie is er begerig naar het trouwen met de dochter van zijn broer (letterlijk: naar het de dochter van zijn broer in het huwelijk leiden)? De goden verbieden dat immers! Nadat deze woorden gehoord waren, heeft Narcissus gezegd: 'Caesar, Lollia zal een betere vrouw zijn dan Agrippina, omdat zij geen kinderen heeft gebaard. Ik vertrouw Agrippina niet, omdat zij een zoon heeft. Jij hebt ook een zoon! Stiefmoeders houden van hun zonen, ze haten hun stiefkinderen. Ik beveel Aelia aan: zij is bij jou bekend: je hebt haar al eerder in het huwelijk gehad. Ze heeft al eerder een dochter voor jou gebaard. Toen ben je van haar gescheiden, omdat je verliefd was op Messalina. Omdat Messalina dood is, zal Aelia voor jou de beste vrouw en moeder voor jouw zonen zijn.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.243

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26