Ze leggen zich niet toe op de landbouw en het grotere deel van hun voeding bestond uit melk,kaas en vlees.Ook heeft niemand een vaste hoeveelheid akker of een eigen grondgebied.Maar de magistraten en leiders kennen telkens voor een jaar een hoeveelheid akkergrond toe aan de volkeren en de verwanten van mensen die samengekomen zijn en ze dwingen hen na een jaar ergens anderes heen te gaan.Ze geven vele redenen op voor deze zaak.:om te vermijden dat ze de oorlogszucht zouden inwisselen voor delandbouw,omdat ze vastzitten in een voortdurende gewoonte;om te vermijden dat ze zich toeleggen op het verkrijgen van een uitgestrekt grondgebied en dat de sterkste de zwakste zouden verdrijven uit hun grondgebied,om te vermijden dat er een verlangen naar geld ontstaat,waardoor er partijen en onigheden ontstaan.
