ODYSSEE 22, 26 - 43 De dood van de vrijers
Categorie: Boek > Examenboeken > 2018: Homerus
En zij scholden Odysseus uit met woedende woorden:
" Vreemdeling, tot je ongeluk schiet jij op mannen;niet meer zul jij
aan andere wedstrijden deelnemen; nu is zeker voor jou een vrrselijke dood.
Want werkelijk heb jij nu een man gedood die verreweg de beste is
van de jonge mannen op Ithaca; daarom zullen hier de gieren jou verslinden."
Zo sprak telkens iedere man, omdat zij waarlijk dachten dat hij niet willende/met opzet
de man geddood had; maar dit zagen de dwazen niet in,
dat nu aan hen allen (tot de laatste man) de touwen van de dood waren vastgemaakt.
En tot hen dan met dreigende blik kijkend sprak de slimme Odysseus:
"Honden, jullie dachten (steeds) dat ik niet meer naar huis zou terugkeren
van/uit het land der Trojanen, (zo te zien) omdat dat jullie mijn bezit er doorheen joegen,
en op gewelddadige wijze sliepen met de dienstmeisjes/slavinnen,
en terwijl/hoewel ikzelf nog leef heimelijk mijn vrouw tot echtgenote willen maken,
noch de goden vrezend die de wijde hemel bewonen,
noch dat er later een of andere wraak van mensen zou volgen/zijn;
nu zijn aan jullie allen (tot de laatste man) de touwen van de dood vastgemaakt."
Zo sprak hij, en hen allen beving natuurlijk de bleke angst;
en ieder keek angstig om zich heen waarlangs hij kon ontvluchten aan de vreselijke dood.