Hoofdstuk 15, tekst 8: Rivaliteit
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Zie jij niet, met hoeveel gevaar jij, Pyrrhus, de jongen van de Gaetulische leeuwin wegneemt? Spoedig zul jij, rover zonder lef, de harde gevechten ontvluchten,
5 wanneer zij door de in de weg staande menigte van jongemannen zal gaan, de opvallende Nearchus opeisend; een groots gevecht: of aan jou de buit toevalt of dat zij de meerdere zal zijn. Intussen, terwijl jij je snelle pijlen 10 te voorschijn haalt (en) zij haar verschrikkelijke tanden scherp maakt, heeft de scheidsrechter van het gevecht de zegepalm, naar men zegt, onder zijn blote voet geplaatst en verfrist hij aan een zachte wind zijn schouders waarover zijn geparfumeerde haren vallen, 15 even mooi alsof hij Nireus was, of degene die geroofd werd van de waterrijke Ida.