Hoofdstuk 19, oefening 137
Categorie: Boek > Fabulae
1 Insaniam simulabas, ut militiam recusares. Jij veinsde krankzinnigheid om de krijgsdienst te ontlopen.
2 Filium aratoris ante aratrum deponamus, ne dolo fallamur. Laten wij, om niet door een list beetgenomen te worden, de zoon van de ploeger voor de ploeg leggen.
3 Cum arare desinas, insanus non es. Daar jij ophoudt met ploegen, ben jij niet krankzinnig.
4 Ut filium servet, aratrum perite avertet. Om zijn zoon te redden zal hij behendig de ploeg afwenden.
5 Cum iram celare temptaret, callide Ulixes silebat. Omdat hij probeerde zijn woede te verbergen, zweeg Ulixes sluw.
6 Ita iram celavit, ut Palamedes dolum non sentiret. Hij heeft zijn woede zodanig verborgen, dat Palamedes het bedrog niet bemerkte.
7 Cum nos fallere temptes, dolo tuo non capiemur; nam aratrum avertes, ne filius tuus acie vuneratur. Hoewel jij ons probeert te bedriegen, zullen wij niet door jouw list beetgenomen worden; want jij zal je ploeg afwenden om jouw zoon niet met de ploegschaar te verwonden.
8 Penelope tristissima est, cum Ulixes eam moneat, ne sperare desinat. Penelope is zeer bedroefd, hoewel Ulixes haar aanspoort de hoop niet te laten varen / de moed niet op te geven.
9 Cum spem iam non haberet, viro fidelissima erat. Hoewel zij geen hoop meer koesterde, bleef zij haar man zeer trouw.
10 Cum rogaretur, ut nuberet, semper recusabat.Wanneer haar gevraagd werd om te trouwen, weigerde ze altijd.

Juv. Sat. 10.356
Mens sana in corpore sano. Een gezonde geest in een gezond lichaam