Hoofdstuk 14, oefening 111
Categorie: Boek > Fabulae
1) De eer werd wreed aangetast.
2) Jullie werden gekweld door al te grote rouw.
3) Wij werden van de maaltijd geweerd.
4) De zee werd een gevaar genoemd. / Men noemde de zee een gevaar.
5) Ik werd hevig aangegrepen door de dood van de kinderen.
6) Men vond de dood van de kinderen zeer ellendig.
7) Wat werd er op verstandige wijze behoed?
8) Bijna werd jij door de golven verzwolgen.
9) Wij hebben de prijs aan de winnaar gegeven.
10) Op kundige wijze werden wij geholpen.