Hoofdstuk 12, oefening 104
Categorie: Boek > Fabulae
1) Ofschoon zijn dochter wenste te trouwen, doodde de koning elke jongeling.
2) Hij hield van zijn dochter, maar de orakelspreuk van de godheid kwelde de koning zeer.
3) Vele mannen hebben om het meisje een wedstrijd gehouden.
4) Zeer veel jongelingen zijn reeds dood.
5) Omdat jij het trieste orakel vreesde, Oenomaüs, heb jij de ruggen van de mannen woest doorboord.
6) Zeer vele jongelingen wensten Hippodamea te huwen.
7) Woedend vervloeken de goden de goddeloze dis van Tantalus.
8) Maar aan de ongelukkige jongen wordt voor het schouderdeel ivoor gegeven.
9) De paarden van Pelops zijn niet sneller dan die van Oenomaüs.
10) Ofschoon jij de voorwaarden niet billijk vond, heb jij ze toch goedgekeurd.

Ars longa, vita brevis : De kunst lang, het leven kort