Hoofdstuk 10, tekst B: Het afscheid
Categorie: Boek > Disco > Boek 1
‘Trouweloze, waarom maak je in de winter de schepen klaar?

Waarom wil je weggaan? Vlucht je voor mij? Heb ik jou, nadat je de

kust van Afrika had bereikt, soms niet goed ontvangen? Heb ik je

niet in mijn paleis uitgenodigd, waar jij (over) de zwerftochten van

de Trojanen hebt verteld? Zijn wij niet op jacht gegaan en in een

grot terecht gekomen?

5 Daarom smeek ik je bij deze tranen, bij onze liefde: ga niet weg.

Wegens jou haat koning Jarbas mij. Wegens jou heb ik

Sychaeus gekwetst. Zeg me: waarom wil je me verlaten?’ Aeneas

zweeg lang(e tijd). Tenslotte zei hij: ‘Koningin, je hebt me goed

ontvangen, ik ontken (het) niet. Maar ik heb je nooit een huwelijk

beloofd.

10 Vandaag verscheen Mercurius aan mij en beval me de goden te

gehoorzamen en in Italië een nieuw Troje voor mij en mijn vrienden

te stichten. Jij bouwt nu een nieuwe stad voor de Carthagers. Laat

mij / sta mij toe in Italië een nieuw Troje te stichten. De bevelen

van de goden dwingen mij weg te gaan.

15 Geloof mij: tegen mijn zin ga ik naar Italië.’