Exercitium 39: oef. 51
Categorie: Boek > Tirocinium Latinum
1 Ik weet dat ik niet veel weet.
2 Wie van jullie weet niet dat ik dat al vaak heb gezegd.
3 Ze zeggen dat barbaren die zeer beroemde tempel hebben verwoest..
4 Zij zeggen dat hij, gedreven door begeerte naar geld, zijn vaderland heeft verraden.
5 Vader heeft niet gewild dat jij ons raadpleegt.
6 Ik begrijp niet dat jullie beide gelegenheden voorbij hebben laten gaan
7 De burgers wilden dat ik in deze zaak aan het hoofd stond (zou staan).
8 Ik hoop dat jouw broer en wij hetzelfde zullen zeggen.
9 Zij geven de juist in dit jaar gestichte stad over.
10 Ik geloof niet dat ook maar iemand mij daar gezien heeft.
11 Wij begrijpen dat jij dit niet hebt kunnen voorzien.
12 Zij berichten dat een ieder van jullie afzonderlijk dit met (eigen) ogen heeft gezien.
13 Het staat vast dat jij mij niet hebt geholpen.
14 Waarom heb jij gewild (wilde) je dat wij naar Rome teruggaan?
15 Er is gerapporteerd dat door de vijanden hinderlagen zijn opgeworpen.
Over deze zaak ingelicht wilde de aanvoerder (toch) doorgaan.
16 Na te zijn bericht over deze nederlaag hadden wij geloofd dat de kracht van de vijand is (zou zijn) gebroken; zij echter zouden zich niet overgeven.
17 Terwijl allen die aanwezig waren schreeuwden heb ik toch zonder enige vrees gezegd dat het besluit van de consul mij niet heeft bevallen.