Hoofdstuk 5, tekst C: Herakles gaat naar de onderwereld (versie 1)
1. Herakles gaat naar beneden, naar de onderwereld.
2. Daar is Hades de meester/heerser.
3. Hades merkt Herakles op en (hij) zegt:
4. 'Wat doe jij en wat zoek jij hier, held?
5. Waarom ga jij niet terug naar Mykene?'
6. Herakles verlaat de onderwereld niet, maar (hij) zegt:
7. 'Ik kom omdat Eurysteus, mijn meester,
8. mij beveelt Kerberos naar Mykene te brengen.
9. Wil jij, Hades hem aan mij geven?
10. In ieder geval zal ik hem later terug brengen.'
11. De god gaat akkoord, maar zegt:
12. 'Ik verzoek je je boog en knot buiten te laten.'
13. Zo/Op die manier zoekt Herakles ongewapend Kerberos.
14. Hij vindt het wilde dier/beest en staat op het punt hem te pakken,
15. maar de lange staart bijt Herakles,
16. want de lange staart is een slang!
17. Toch vlucht de held niet, maar hij knijpt de kelen van het angstaanjagende beest dicht.
18. Zo/Op die manier brengt Herakles Kerberos naar Mykene.