Plinius Epistula 6. 16, 4-12 & 17-20
Categorie: Boek > Examenboeken > 2015: Cicero Plinius
Hij (Plinius Maior) was te Misenum en voerde persoonlijk het bevel over de vloot.
Op 24 augustus, bijna het zevende uur, wijst mijn moeder
hem erop dat er een wolk verschijnt met/van een ongebruikelijke zowel grootte als
uiterlijk/aanblik. Hij, na (eerst) een zonnebad , daarna een koud bad genomen te hebben had liggend
een hapje gegeten en was aan het studeren; hij vraagt zijn sandalen, beklimt een plaats vanwaaruit
dat wonderbaarlijke schouwspel het best bekeken kon worden. Een wolk --
het (was) onzeker voor degenen die van verre keken uit welke berg (dat het de Vesuvius
was is later bekend geworden) -- steeg op, waarvan de
gelijkenis en de vorm geen andere boom beter dan
een pijnboom zou kunnen weergeven. Want als het ware met een zeer lange stam zich
in de hoogte verheffend waaierde hij uit in een soort takken, ik geloof omdat hij door een verse
luchtstoot naar buiten gestuwd, (hij) daarna toen die (luchtstoot) verzwakte of ook
door zijn eigen gerwicht in de breedte uitwaaierde, nu eens wit,
dan weer vuil en vlekkerig al naar gelang hij aarde of as
omnhoog gedragen had. Het scheen hem iets belangrijks, en voor een zeer geleerd man als hij was,
iets wat van dichterbij onderzocht moest worden. Hij beveelt een liburnica gereed te maken; aan mij
geeft hij, als mee zou willen komen, de gelegenheid; ik antwoordde dat ik liever wilde studeren,
en toevallig had hij zelf (iets) gegeven om over te schrijven.

(8 - 12)
Hij ging het huis uit; hij ontvangt een brief van Rectina de vrouwvan Tascus
die hevig geschrokken was van het dreigende gevaar (want haar villa lag aan de voet (van de Vesuvius),
en er was geen enkele vluchtmogelijkheid behalve met schepen): zij smeekte dat hij haar
uit het zo grote gevaar zou redden/wegrukken. Hij verandert zijn plan en wat hij begonnen
was met een leergierige geest gaat hij tegemoet met een zeer moedige (geest). Hij laat quadriremen
in zee trekken, gaat zelf aan boord niet alleen om aan Rectina, maar aan velen ( ommers was
de lieflijke kust druk bezocht) hulp te bieden. Hij haast zich
daarheen, vanwaar anderen vluchten, hij houdt de koers recht,
het roer recht op het gevaar af terwijl hij zo zonder vrees is, dat hij
alle bewegingnen van die ramp, alle aspecten, zoals hij ze waargenomen had
met zijn ogen, dicteerde en liet opschrijven.
Reeds viel er as op de schepen, naarmate ze dichterbij naderden,
warme en dichter; reeds ook puimstenen en zwarte en
geblakerde en door het vuur gebroken stenen; reeds (was er) een plotselinge ondiepte
en door het instorten van de berg blokkerende kusten.Na een korte aarzeling,
of hij terug zou keren, zei hij weldra tegen de stuurman, die waarschuwde/aanraadde
om zo te doen, "Het geluk helpt de dapperen": ga naar Pomponianus."
Deze bevond zich in Stabiae gescheiden door de golf ertussenin -- want door de flauw
gebogen en gekromde kust(en) dringt de zee binnen --; hoewel daar nog niet
het gevaar naderde, maar toch goed zichtbaar (was) en wanneer het zou toenemen
zeer dichtbij (zou zijn), had hij zijn bagage samengebracht op de schepen, vast van plan
te vluchten als de tegenwind zou zijn gaan liggen. Toen mijn oom met deze zeer gunstige
(wind) naar hem toe gevaren was, omarmde hij de van angst trillende troostte bemoedigde (hem)
en opdat hij diens vrees door zijn eigen onbezorgdheid verminderde, beveelt hij hem
naar de badkamer te brengen; gewassen ligt hij aan, dineert, ofwel vrolijk ofwel -- wat
even groots (is) -- vrolijk lijkend.