Hoofdstuk 3, Tekst B: Taaloefening
Categorie: Boek > Pallas > Druk 4: Boek 1
A.
ton o
touV oi
fobon foboV
qhrion qhrion
taV ai
qhria qhria
xwraV cwrai
anqrwpouV anqrwpoi


B.
1. Ta qhria De goden doden de wilde dieren.
2. Nemean Herakles gaat naar Nemea.
3. toxon De god Apollo draagt een boog.
4. ta qhria De slaven brengen de beesten.
5. ton doulon Het beest draagt de slaaf.

C.
1. ton doulon De man brengt de slaaf naar Nemea.
2. fobon Het beest heeft geen angst.
3. oi qeoi De goden gaan niet naar Nemea.
4. qeoi Goden bewonen Nemea niet.