Hoofdstuk 10, tekst A: Rechtbank aan huis
Categorie: Boek > Kosmos > Oude druk
760 Bd. Komop, vader, bij de goden, gehoorzaam mij.
Ph. Waarom moet ik jou gehoorzamen? Zeg wat je wilt, behalve één ding.
Bd. Wat voor iets? Wel, laat ik kijken.
Ph. Het niet rechtspreken. Daarover
zal Hades oordelen voordat (= eerder dan dat) ik zal gehoorzamen.
Bd. Jij moet daarom, aangezien je er van geniet dat te doen,
765 niet meer daarheen gaan, maar je moet, terwijl je hier
ter plekke blijft, recht spreken voor je huisgenoten.
Ph. Waarover? Wat leuter je?
Bd. Hetzelfde wat daar wordt gedaan.
Omdat de dienares stiekem de deur heeft geopend,
zul jij voor haar slechts één boete toekennen.
Dat deed jij zeker ook daar telkens.
770 En dat (zul je) nu doen op verstandige wijze, als de zon
in de morgen opkomt, zul je rechter zijn in de zon;
als het sneeuwt, zittend bij het vuur;
als het regent, zul je naar binnen gaan; en als je in de middag wakker wordt,
775 zal geen thesmotheet je buitensluiten met het hek.
Ph. Dat bevalt me.
Bd. Bovendien, als iemand een lang pleidooi houdt,
zul jij niet, terwijl je honger hebt, wachten,
terwijl jezelf en degene die zich verdedigt kwelt.
Ph. Hoe dan zal ik nog goed de zaken kunnen onderscheiden
780 zoals vroeger, terwijl ik aan het kauwen ben?
Bd. Veel beter; want ook dat wordt gezegd,
dat de rechters, wanneer de getuigen liegen,
met moeite de zaak hebben leren kennen, door te herkauwen.
Ph. Je overtuigt me, zeg ik je. Maar nog niet spreek je daarover,
waarvandaan ik het salaris zal krijgen.
Bd. Van mij.
785 Ph. Prachtig, omdat ik het in mijn eentje en niet samen met een ander zal krijgen.