De uitbarsting van de Vesuvius
Beste Tacitus,
(r.1-3)
je vraagt me dat ik de dood van mijn oom beschrijf, opdat je er een waarheidsgetrouwere versie van zou kunnen overleveren aan het nageslacht. Ik betuig je mijn dank, want ik zie de dood van hem, als het wordt verheerlijkt door jou, stel ik voor onsterfelijke roem te zijn.
(r.12-17)
Hij was in Misenum en hij voerde tegenwoordig het bevel over een vloot. 24 augustus om één uur 's middags maakt mijn moeder me erop attent dat voor haar een wolk ongewoon in zowel grootte als uiterlijk verschijnt.