Hoofdstuk 11, tekst A: De Jachtpartij
Categorie: Boek > Vivat Roma > Boek 1
Intussen verliet Aurora de oceaan. Vele Trojanen en Tyriers haastten zich naar het paleis. Strikken, netten en lanzen dragen zij. En ook honden zijn aanwezig. De voornaamsten van de Tyriers wachten bij de drempel van het paleis op de koningin. KIJK, Zij komt! de grote menigte slavinnen omringt haar. Even aarzelt ze. Ze blijft op de drempel staan. De purperen mantel van Dido is met goud versierd. De gouden hoofdband bedekt haar haar. Aeneas ging naar haar toe en hij voegde de groepen van Trojanen en Tyriers samen. Zoals in het begin van de Lente Apollo voortschrijdt op het eiland Deli en de reidansen instudeert, zo ging Aeneas zelf weg; zo groot straalde de charme van hem. De Tyriers en Trojanen verlieten de stad en kwamen bij de steile berg aan. Kijk hier renden wilde geiten van de berg af naar beneden, hier verlieten herten het dichte bos en staken het uitgestrekte veld over. De jongen Ascanius zat op een paard en ging verheugd nu eens ons voorbij, dan weer die langs in galop.