caesar DbG VII
Categorie: Boek > Phoenix > Boek 4
Vercingetorix, de ziel van de opstand Onrust te Rome 1. Omdat Gallië rustig was vertrok Caesar, zoals hij beslist had, naar Italië om rechtspraak te houden. Daar vernam hij over de moord op P. Clodius, en op de hoogte gebracht van de senaatsverordening, om alle jongeren in Italia Italië + Gallia Cisalpina. in te lijven, besliste hij om een lichting te houden in zijn hele provincie. Deze zaken werden snel naar Gallia Transalpina doorverteld. De Galliërs voegden er zelfs nog wat aan toe en verzonnen er nog bij wat de toestand scheen te vereisen, namelijk dat Caesar wegens de toestand in Rome werd opgehouden en dat hij in zulke moeilijkheden niet bij zijn leger kon geraken. Gallië grijpt zijn kans Aangezet door deze gelegenheid, begonnen zij die voordien al niet konden verdragen dat ze aan het Romeinse gezag werden onderworpen, wat vrijer en stoutmoediger plannen te smeden om een oorlog te beginnen. De leiders van Gallië belegden onder elkaar op donkere en afgelegen plaatsen vergaderingen en ze klaagden over de dood van Acco; ze toonden aan dat dit ook henzelf kon overkomen. Ze klaagden over de toestand van heel Gallië; met allerhande beloftes en beloningen vroegen ze dringend mannen die een oorlog zouden beginnen en met gevaar voor hun eigen leven Gallië de vrijheid zouden schenken. Vooral moest men, wanneer de clandestiene plannen zouden uitlekken, ervoor zorgen dat Caesar van zijn leger werd gescheiden. Dat was gemakkelijk, omdat de legioenen bij afwezigheid van de opperbevelhebber niet uit de winterkampen durfden te komen en omdat de bevelhebber zonder escorte niet tot bij zijn legioenen kon komen. En dat het tenslotte beter was op het slagveld gedood te worden dan de oude oorlogsglorie en vrijheid, die ze van de voorouders hadden gekregen, niet terug te winnen. Groothartige Carnutes... 2. Nadat deze zaken besproken waren, verkondigden de Carnutes dat ze geen enkel gevaar uit de weg zouden gaan omwille van het algemene welzijn, en dat ze beloofden om als eersten van allen een begin te maken met de oorlog. En aangezien ze geen waarborg door gijzelaars konden geven in de huidige omstandigheden, opdat de zaak niet zou uitlekken, vroegen ze wel met eden en gegeven woord te bekrachtigen, bij de bijeengebrachte militaire tekens, wat de gewoonte was bij het vieren van zeer ernstige ceremonieën, opdat ze niet door anderen, wanneer er een begin met de oorlog was gemaakt, in de steek zouden gelaten worden. Nadat iedereen de Carnutes had geprezen; werd door ieder die aanwezig was de eed gezworen en nadat er een tijdstip voor die zaak was gevestigd, ging men uit de vergadering weg. ...geven het sein tot de opstand 3. Toen deze dag gekomen was, liepen ze, onder leiding van Gutruatus en Conconnetodumnus, twee desperado's, na het geven van het teken storm op Cenabum en ze vermoordden de Romeinse burgers en ontroofden hun goederen. De Romeinse burgers die zich daar omwille van de handel hadden gevestigd. Onder hen was er C. Fufius Cita, een Romeins ridder, die op bevel van Caesar aan het hoofd stond van de voedselvoorziening. Het gerucht werd snel doorverteld naar alle stammen van Gallië, want wanneer er iets groots en illuster voorvalt, geven ze dat met geroep over akkers en gebieden te kennen ; daarna vangen anderen dit op en zeggen het door aan hun buren, zoals het toen gebeurde. Want de zaken die in Cenabum bij zonsopgang gebeurd waren, zijn nog voor het einde van de eerste nachtwake op het grondgebied van de Averni, wat toch een afstand van 160 mijl = 288 km. betekent, gehoord. Vercingetorix, koning der Averni 4. Nadat zijn cliëntes bijeengeroepen waren, jutte Vercingetorix hen op dezelfde wijze op. Hij was de zoon van Celtillus, een Averniër, een zeer machtige jongeman, wiens vader het leiderschap over heel Gallië had verworven en om die reden, namelijk omdat hij het koningschap nastreefde, door de gemeenschap omgebracht is. Op de hoogte van dit plan, liep men tegen hem te wapen. Het werd hem verboden door Gobbanitio, zijn oom en de overige vooraanstaanden die meenden dat ze zulk een risico niet mochten lopen. Hij werd verdreven uit Gergovia, maar hij gaf toch niet op en hield op het platteland een lichting van armoedzaaiers en verschoppelingen. Na het ronselen van die bende overhaalde hij ieder uit zijn gemeente naar wie hij ging tot zijn mening. Hij spoorde hen aan om de wapens op te nemen omwille van de gemeenschappelijke vrijheid, en nadat hij de grote troepen had bijeengebracht, verdreef hij zijn tegenstanders, door wie hij slechts even voordien was buitengegooid, uit de gemeenschap. Hij werd door zijn soldaten koning genoemd. Hij zond gezantschappen naar iedere stam en bezwoer hen om trouw te blijven. Snel voegde hij de Senones, de Parisii, de Pictones, de Cadurci, de Turoni, de Aulerci, de Lemovices, de Andes en de overige stammen die aan de oceaan wonen toe; met ieders toestemming werd hem het oppergezag aangeboden. Een leider met ijzeren hand Nadat hij die macht verworven had, eiste hij van al deze stammen gijzelaars en hij beval een zeker aantal soldaten snel naar hem te brengen. Hij bepaalde hoeveel wapens elke stam in hun eigen land moest maken en voor welke tijd dit moest gebeurd zijn. Maar hij was vooral geïnteresseerd in de ruiterij. Hij bouwde met zeer grote ijver en met strenge hand zijn macht op. Door de grootte van zijn folteringen dwong hij de twijfelaars. Want voor het begaan van een vrij ernstige misdaad stond de brandstapel en vele folteringen te wachten. Voor een minder erge misdaad werden de oren afgesneden, of nog leuker, werden de ogen uitgelepeld en dan naar huis gestuurd om een voorbeeld voor de anderen te zijn en hen te doen schrikken van de grootte van de straf. FINIS GALLIAE 1. Dertig dagen later Het leger der hoop 76. Na het ronselen van 8000 ruiters en ongeveer 250 000 infanteriesoldaten, werden deze in het grondgebied van de Haedui gegroepeerd, en werd er een telling gehouden, en werden ze geordend door officieren. Commuis van de Atrebaten, Viridomanus en Eparedorix van de Haedui, Vercassivellaunus Avernus, een volle neef van Vercingetorix, werden toevertrouwd aan het oppergezag. Aan hen werden de verkozenen uit het volk toegevoegd, om met hun raadgevingen de oorlog te voeren. Allen vertrokken opgewekt en vol van vertrouwen naar Alesia, en er was niemand van hen allemaal, die meende dat alleen al maar het kijken naar zo'n enorme massa verdragen kan worden, vooral bij een strijd van beide kanten, wanneer er een uitval werd gedaan vanuit de stad, terwijl buiten de stad zo'n massa ruiters en voetvolk werd opgemerkt. Maar wanhoop in Alesia 77. Maar zij die in Alesia belegerd werden, omdat de dag voorbij was gegaan waarop ze hun hulptroepen verwacht hadden, nadat het graan helemaal was opgebruikt, niet wetend wat er gaande was bij de Haedui, na het bijeenroepen van een raad, beraadslaagden ze over de afloop van hun lotgevallen. En nadat verschillende meningen uitgesproken waren, waarvan een deel overgave voorstelde en een ander deel een uitval voorstelde zolang men daar de kracht toe had, het lijkt mij dat de redevoering van Critognatus niet overgeslagen moest worden vanwege zijn buitengewone en ongehoorde wreedheid. Deze, aan de top van de Averni geboren, werd gehouden voor een invloedrijk man. Alleen lafaards geven zich over! Niets, zei hij, ben ik van plan te zeggen over hun meningen die allerschandelijkste slavernij met de naam der overgave benoemen, en ik ben van mening dat ze niet voor burgers gehouden mogen worden en dat ze niet toegelaten mogen worden tot de vergadering. Met hen wil ik te maken hebben die een uitbraak voorstellen; en in hun voorstel schijnt, en dat voelen jullie allen, een oude moed voort te leven. Dat is karakterzwakheid, geen moed, niet een poosje gebrek kunnen verdragen. Mannen van die aard dat ze zich vrijwillig tot de dood aanbieden vindt men gemakkelijker dan zij die pijn kunnen verdragen. Gallië rekent op ons En ik keur deze mening goed zoveel vermag het gezag bij mij., als ik zou zien dat er behalve onze levens niets verkwist zal worden; maar late we rekening houden met heel Gallië, dat wij tot onze hulp hebben opgehitst. Hoe denken jullie dat wat het gemoed van onze naasten en bloedverwanten zal zijn, wanneer ze worden gedwongen hier, waar 8000 man gesneuveld is, op onze lijken te strijden? Beroof hen, die hun eigen gevaar hebben verwaarloosd om jullie welzijn, toch niet van uw steun en start door onverstand en onbezonnenheid, door zwakheid van karakter Gallië niet in 't verderf: laat het niet ten prooi vallen aan eeuwige slavernij. Of twijfelen jullie aan hun trouw en standvastigheid, omdat ze op die dag niet gekomen zijn? En wat denken jullie van het feit dat de Romeinen in die buitenste verschansing voor hun plezier zich elke dag staan af te sloven? Als jullie niet bevestigd kunnen worden door die boodschap, omdat alle toegangswegen versperd zijn, over de komst van de Galliërs, gebruik dan de Romeinen als getuigen van hun nadering; omdat zij daar doodsbang voor zijn, zijn ze dag en nacht in de weer bij de verschansingswerken. Mijn voorstel desnoods ... Wat is dus mijn advies? Te doen, wat onze voorouders hebben gedaan in de niet te vergelijken oorlog tegen de Cimbren en de Teutonen; zij waren in hun steden bijeengejaagd en leden net als ons honger, ze rekten hun leven met de lichamen van hen die wat betreft leeftijd nutteloos voor de oorlog schenen en ze hebben zich niet aan de vijand overgegeven. En als we deze zaak nog niet als voorbeeld hadden, ben ik van mening dat dit omwille van de vrijheid ingevoerd moet worden en als een schitterend voorbeeld nagelaten aan onze kleinkinderen. Want alles staat op het spel Want wat was er hier gelijkaardig? Na de verwoesting van Gallië, gingen de Cimbren weg, op een dag een grote ramp achtergelaten hebbend, uit ons grondgebied en hebben andere volkeren opgezocht. Ze lieten ons recht, onze wetten, onze akkers, onze vrijheid. Maar de Romeinen, waar streven ze anders naar en wat willen ze anders dan zich, in hun afgunst, nestelen in landen en staten, waarvan ze gehoord hebben dat ze aanzienlijk zijn en machtig in de oorlog, en die dan voor eeuwig onder het juk van de slavernij brengen? En ze hebben immers nooit een andere aanleiding tot oorlog gehad. En als jullie niet weten hoe het gaat bij naties ver weg, kijk dan naar een buurland van Gallië, dat een Romeinse provincie is geworden, waar wetten en recht veranderd zijn, dat aan de Romeinse heerschappij is onderworpen, en in eeuwige slavernij wordt vastgehouden. De Nuttelozen uitgesloten 78. Na een gedachtenwisseling kwamen ze tot het besluit dat degenen die wegens zwakte of hoge leeftijd niet deugden voor de oorlog, de stad moesten verlaten en dat men niet tot de door Critognatus voorgestelde maatregel zou overgaan, voordat alles geprobeerd was. "Maar als de nood drong en de hulp uitbleef, zou 't er toch van moeten komen, liever dan zich over te geven of op vredesvoorstellen in te gaan." De Mandubiërs, die hen in hun stad hadden ontvangen, werden nu gedwongen met vrouw en kinderen te vertrekken. Bij de Romeinse schansen aangekomen, baden en smeekten ze snikkend of men hen als slaven wilde gebruiken en hun wat te eten wilde geven. Maar Caesar zette wachters op de muur en liet hen niet toe. 3. De laatste gigantische stormloop Aanval op alle fronten 84. Nadat Vercingetorix vanuit de citadel van Alesia zijn landgenoten opgemerkt had, ging hij uit de stad. hij haalde de tenen horden, de staken, de sikkels en de overige dingen die voor de uitval gemaakt waren, te voorschijn. Op een ogenblik streed men op alle plaatsen, en ze vielen alles aan; men liep daarheen te hoop, naar die plaats die het minst verdedigd scheen. De Romeinse troepen werden door zo'n grote verschansingswerken uit mekaar gehouden en konden niet gemakkelijk naar zoveel plaatsen tegelijk toelopen. Het krijgsgehuil dat achter de rug van de strijdenden ontstond, werd veel luider om onze soldaten de stuipen op het lijf te jagen, omdat ze inzagen dat hun gevaar afhing van de dapperheid van de ander; alles wat immers buiten bereik ligt, brengt meestal de geesten van de. mensen nogal heftig in de war. Alarm op de buitenwal 85. Nadat Caesar de geschikte plaats verworven had, kwam hij te weten op elke plaats gaande was en hij zond degenen die in moeilijkheden waren hulp. Het kwam bij beide groepen op in de geest dat dit bij uitstek het moment was om zich maximaal in te spannen; de Galliërs wanhoopten om het algemene welzijn, tenzij ze de verschansingswerken zouden kunnen doorbreken, en de Romeinen verwachtten het einde van al die zware werken, als ze de slag zouden winnen. Men had het uiterst moeilijk bij de verschansingswerken van de Mont Rea, waarheen Vercassivellaunus gestuurd was, zoals we hebben aangetoond. De ongelijke helling van die plaats was van groot belang. Sommigen gooiden projectielen, anderen kwamen dichterbij in schildpadformatie; men loste de afgematte soldaten door de frisse soldaten af. Het materiaal, dat door al die mannen in de verschansingswerken gegooid waren, gaf zowel de Galliërs de mogelijkheid tot beklimming van de Romeinse wal., als de mogelijkheid van het bedekken van alles wat door de Romeinen in de grond verborgen was; en voor onze mannen volstonden de wapens en de krachten niet meer. Panische vlucht der Galliërs 87. Onze soldaten wierpen hun werpspiezen weg en streden verder met hun zwaarden. Plots bemerkte en de ruiterij in de rug; andere cohorten naderden. De vijanden keerden zich om en de ruiters liepen de vluchtenden tegemoet. Het werd een ware slachtpartij. Sedullus, opperbevelhebber en leider van de Lemovices werd gedood; Vercassivellaunus Avernus werd levend in de vlucht gevangen; de vierenzeventig militaire tekens werden naar Caesar teruggebracht; terwijl maar weinigen uit de grote groep ongedeerden zich in het kamp terugtrokken. Nadat ze vanuit de stad de slachting en de vlucht van hun landgenoten bemerkt hadden, wanhopig om de redding, leidden ze de troepen terug van de verschansingswerken. Nadat ze dit vernomen hadden, vluchtten de Galliërs dadelijk uit het kamp. En als onze soldaten niet afgemat waren door hun talrijke ondersteuningsoperaties en door het zware werk van heel de dag, hadden alle troepen verslagen kunnen worden door de vijand. Omstreeks middernacht vervolgt de gezonden ruiterij de achterhoede; een grote groep werd gevangen en vermoord, de overigen verdwenen in de vlucht als nevel en mist. Vae victis 89. De volgende dag riep Vercingetorix een vergadering bijeen en verklaarde dat hij die oorlog niet voor eigen profijt maar voor de algemene vrijheid was gestart en aangezien men moet wijken voor het lot, bood hij zich voor beide zaken aan, hetzij de Romeinen voldoen met zijn dood, hetzij dat ze hem levend willen uitleveren. Voor deze zaken werden gezanten naar Caesar gezonden. Hij beval de wapens over te leveren, en de leiders naar voren te brengen. Zelf ging hij voor de verschansingswerken voor het kamp staan; de leiders werden daarheen geleid. Vercingetorix werd overgeleverd, en de wapens werden op een hoop geworpen. Hij liet Haedui en de Averniërs ongeschonden, om te beproeven of ze door toedoen van hen de stammen konden terugwinnen. Hij verdeelde van de overige gevangenen voor het hele leger elk hoofd met de waarde van buit.