Hoofdstuk 21, tekst A (DH): Sextus Tarquinius en Lucretia
Categorie: Boek > Roma > Boek 2
1Tarquinius gaat naar de slapende Lucretia en valt haar aan.


Na enkele (weinig) dagen ging Sextus, door de schoonheid en kuisheid van Lucretia aangevuurd, opnieuw in zijn eentje (alleen) naar Collatia. Nadat hij daar vriendelijk door Lucretia ontvangen was, werd (is) hij na de maaltijd naar een logeerkamer gebracht. ‘s Nachts, terwijl allen sliepen, ging Sextus, brandend van (door) liefde, naar de slapende Lucretia, terwijl hij zijn zwaard in zijn rechterhand hield.
5Hij zei, terwijl hij haar borst met zijn linkerhand naar beneden duwde:
‘Zwijg, Lucretia! Ik ben Sextus Tarquinius. Een zwaard is in mijn hand.
Als je een kreet slaakt (zult slaken), zal ik je doden.’
Vervolgens heeft hij zijn liefde bekend. Lucretia verzette zich echter zonder enige vrees voor de dood hevig. Zodra Sextus zag dat Lucretia de dood niet vreesde, zei hij:
10‘Als je niet toegeeft (zult toegeven), zal niet alleen jij, maar ook jouw slaaf gedood worden. Ik zal hem naakt in bed naast jou leggen. Ik zal zeggen dat ik hem samen met jou in smerig overspel betrapt heb en dat ik daarom jullie beiden gedood heb.’
Met deze woorden overreedde hij Lucratia. Vervolgens vluchtte Sextus, nadat hij de kuisheid van Lucretia overwonnen had, weg.
15Zij zond meteen naar haar vader en haar man Collatinus boden, die moesten zeggen dat er een afschuwelijke zaak (iets afschuwelijks) gebeurd was.


2Abl. ev.
4Ardens, tenens.
5Van Lucretia.
6+ a.c.i.
7aa.c.i.
bDe slaaf.
9Forma en castitas.
10Benigne.
11Schaamte.