Hoofdstuk 11, tekst E: Commentaar op de proloog
Categorie: Boek > Hellenike > Boek 4
Komias Zie je (dat)? Dit is (dat) wat ik zei. [/Dat is nou wat ik bedoelde.]
Dergelijke dingen nu zeggen degenen die procederen altijd.
Maar Ik word door hen niet overtuigd. [/Maar ik laat me door hen niet overtuigen.]
Streps. Natuurlijk. Want ApoUodoros zegt dat Stephanos met de vijandschap is begonnen
en dat hijzelf uit wraak procedeert, omdat hij door hem onrechtvaardig is behandeld.
6 Dat is wat jij allemaal zei, Komias.
Euerg. Dat werd inderdaad door Apollodoros gezegd, maar ik meen dat Apoflodoros wellicht iets belangrijks heeft gezegd.
14 Want allereerst zei Apollodoros dat hij in gevaar was gekomen wat betreft armoede en verlies van burgerrecht [/arm dreigde te worden en zijn burgerrecht dreigde te verliezen] en dat hij zijn ddochters niet zou kunnen uithuwelijken. Vervolgens (zei hij) dat Stephanos en Neaira de wetten minachtten en goddeloos handelden tegenover de goden.
Wie zou zich niet druk maken over die dingen [/daarover)?
Stn 15 Niemand, bij Zeus! Natuurlijk zou Apollodoros zich schamen, omdat hij zijn dochters dochter niet zou kunnenuithuwelijken.
En wie zou met een vrouw trouwen die geen bruidsschat had [/zonder bruidsschat]?
Eu. Maar misschien kan Komias er niet mee instemmen? [/... misschien is K. het er niet mee eens?]
Kom. Wat de armoede betreft kan ik er mee instemmen. [/... ben ik het er wel mee eenm]Natuurlijk¬
Maar wat de wetten en de goden betreft, weet ik het niet precies.
Maar als [/wanneer] door Apollodoros bewijzen worden geleverd, zullen we het nauwkeurig vveten.