Tekst 7.11.3: Aesopus waagt zich in het hol van de leeuw
Categorie: Boek > Epauxe > 3e Jaar
Dus de Samiërs, nadat ze het verhaaltje begrepen hadden, probeerden Aesopus bij zich te houden. Maar hij wilde niet, maar samen met de gezanten voer hij af naar Lydië. Toen ze bij Croesus aangekomen waren, en nadat de koning Aesopus bekeken had, was hij over hem verontwaardigd( Aesopus was klein en een “neger” dus in die tijd was het zeer raar) en riep:” Zie nu, wat voor een stukje mens me verhindert mij zo een groot eiland te onderwerpen.” En Aesopus riposteerde:” Almachtige koning, ik ben naar jou gekomen noch met geweld noch uit noodzaak, maar ik ben hier vrijwillig aanwezig. Ik vraag u een beetje naar mij te luisteren. Want ik zal een verhaal vertellen. Een man die sprinkhanen verzameld had en ze doodde ving ook een cicade (grote krekel). Toen hij op het punt stond ook hem te doden zei de cicade:” O Mens, dood me niet tevergeefs. Want ik schaad noch de korenaren, noch doe ik jou een ander onrecht aan., maar ik bezorg de voorbijgangers genot met mijn gezang. Dus je zult bij mij niet meer vinden dan een stem. En nadat de man dat gehoord had liet hij de cicade gaan. Dus zo grijp ook ik, koning, uw voeten vast, terwijl ik smeek mij niet tevergeefs te doden. Want ook ik ben niet in staat iemand onrecht te doen, Ik geef slechts met mijn verhalen de mensen plezier..