Hoofdstuk 5, tekst B: taaloefeningen
Categorie: Boek > Pallas > Druk 2: boek 1
A
1. De vreemdeling is geen vriend - filos
2. Het slechte mens is naar de koningin gekomen - kakos
3. De godin houdt van het mooie werk - kalon

B

1. Daar zegt Herakles tegen het slechte mens - entauqa
2. De koningin stuurt de vreemdeling meteen naar de verschrikkelijke strijd - autika
3. De godin gaat naar het mooie land - n.v.t. geen bijwoord
4. De god bewondert de dappere man erg - mala