Hoofdstuk 1 (Cicero), paragraaf 55
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 4
Vooruit nu: vergelijk de tocht van een onbelemmerde bandiet met de bagage van Milo. Hij (- Clodius) eerder altijd met zijn echtgenote, (reisde) toen zonder haar; nooit anders dan in een reiswagen, toen te paard; Griekse metgezellen waarheen hij ook maar ging, zelfs toen hij zich naar het Etruskische legerkamp haastte, toen niets van die flauwekul in zijn gevolg. Milo, die (normaal gesproken) nooit, (maar) toen toevallig het slavenorkestje van zijn vrouw meevoerde en scharen slavinnen. Hij (- Clodius), die altijd prostituees, altijd mannelijk prostituees, altijd hoeren met zich meevoerde, (had) toen niemand (bij zich), bhelave mensen van wie je zou zeggen dat ieder elkaar had aangeworven. Waarom is hij dus (dan) overwonnen? Omdat niet altijd de reiziger door de bandiet, soms ook de bandiet door de reiziger wordt gedood; omdat hoewel Clodius voorbereid op onvoorbereide mensen (was gestuit), (hij) toch als een vrouw was gestuit op mannen.