Hoofdstuk 1 (Cicero), paragraaf 28
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 4
Milo echter, nadat hij in de senaat was geweest op die dag totdat de senaat uiteengezonden was, kwam thuis, wisselde zijn schoenen en kledingstukken; hij wachtte een tijdje, terwijl zijn vrouw zich, zoals dat gaat, klaarmaakte; vervolgens is hij vertrokken op dat tijdstip waarop Clodius, als hij tenminste van plan was die dag naar Rome te komen, (al) terug had kunnen gaan. Clodius komt hem tegemoet, onbelemmerd, te paard, zonder reiswagen, zonder belemmeringen, zonder Griekse metgezellen, zoals hij gewoon was, zonder echtgenote, wat (hij) bijna nooit (deed); toen deze overvaller hier, die die tocht zou hebben voorbereid om een moord te plegen, met zijn echtgenote reed in een reiswagen, gekleed in reismantel, met een groot en belemmerend en vrouwelijk en verfijnd gevolg van slavinnen en jongens (jonge slaven).