Tekst 9.1
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 1 (Oude Druk)
Onlangs heeft keizer Traianus nieuwe termen voor het Romeinse volk gebouwd. De termen zijn geweldig groot en bieden plaats voor grote menigte. Sommigen gebouwen bieden plaats aan mannen en jongens, anderen aan vrouwen en meisjes. Het Romeinse volk bedankte de keizer omdat de keizer aan de Romeinse burgers zo'n mooie thermen heeft gegeven. Vader en de tweeling gaan tevreden naar de nieuwe thermen. Davus, draagt voor Flavus en de jongens olie en schraapijzer. Het Romeinse volk bedankt de keizer zeer. Omdat de keizer de Romeinse burgers zo mooie thermen heeft gegeven. Nadat ze de thermen binnengingen, gaf vader de portier een geldstuk. Vervolgens gaan ze op weg naar het sportveld en de kleedruimte. In de kleedruimte geven ze hun kleren aan de bewaker. De bewaker legt de kledingstukken in een is. De bewaker bewaakt de kledingstukken van vader en de tweeling. In het lauwwaterbad zijn veel mensen. Vader ziet tussen de mensen een bekende dichter. Kom, schiet op, zegt vader tegen de dichter. U moet een lied voordragen. Toen begon de dichter voor te dragen. Het lied is lang en valt de jongens niet in de smaak. Dus verlaten ze het lauwwaterbad. Nadat de dichter het lied had beƫindigd zei Flavus tegen de dichter: het lied is mij in de smaak gevallen. Ik betuig mijn dank aan jou. Ook in het warmwaterbad zitten veel mensen en zij voeren gespreken. Slaven overhandigen de mensen olie en schraapijzers. Sommige mensen liggen op aanligbedden. Slaven krabben hen af. Plotseling roept de man hevig. Slager, het schraapijzer is geen vleeshaak en ik ben geen varken. Iedereen lacht. In het lauwwaterbad spoelt vader zichzelf af in het bassin. Hij ging tenslotte de kleedruimte weer in. Vader gaf de bewaker geldstukken en zegt tegen de slaaf: je hebt de kledingstukken goed bewaakt. De slaaf bedankt Flavus.