Tekst 16.1
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 1 (Oude Druk)
Marcus Claudius Flavus, kampcommandant van het legerkamp, inspecteerde alles. Het soldaten legioen Decima Gemina legde een straat aan bij Cuijk. Wat is er gebeurd? Waarom bent u zo boos? Vraagt flavus aan de uitvoerder. Er zijn weer stenen verdwenen! Antwoordt de uitvoerder. Ik inspecteer dagelijks stenen en rotsblokken. Dagelijks is een deel afwezig. Ik begrijp het niet. Ik neem de zaak ernstig op. Ik prijs jou, omdat jij de zaak ernstig opneemt. De man heeft een grote nauwkeurigheid. Jij meldt mij altijd ijverig de voorgang van het werk. De dief haalt duidelijk blokken steen weg. Een officieel onderzoek instellen is noodzakelijk. Kom, ga met mij naar de centurio. Ik kijk naar hem uit op een afstand. Zij gingen door de straat. De soldaten en slaven werkten ingespannen. Zij groeven zand uit en dragen blokken steen aan. De centurio overlegde met de landmeter over het werk nadat hij claudius flavus had bekeken. Gegroet kampcommandant, zei hij, op het goede moment bent u gekomen. Het werk brengt te weinig voort. Omdat wij rotsblokken en stenen nodig hebben. De onderofficier gaat terug naar het legerkamp en zo mogelijk zeer veel stenen in de kar plaatsen en ze hierheen te voeren. Jij hebt juist gehandeld, zei de kampcommandant tegen de centurio. De uitvoerder heeft mijn zaak reeds verteld. Ik beveel het onderzoek te hebben. Meldt de zaak aan mij. De centurio gaat met de militairen weg. De middelste schaadt gaat terug. Zo houdt hij tegen: het onderzoek brengt een wonderlijke zaak naar voren. Boer Batavus voerde de stenen weg en bracht ze naar een huisje. Een klein steegje versterkt zich. Wij hebben de man gepakt, gevangen genomen en hem gedwongen de stenen terug te geven. Wij, als Romeinen, hebben veel weldaden gegeven, zei de kampcommandant tegen de batavo. Maar jij hebt onze goederen weggenomen. Dus wacht jou een zware straf.