Hoofdstuk 11, vertaling 1
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 1 Urbs
Het was de dag van de bruiloft. De ouders van Claudia hadden een grote menigte gasten uitgenodigd. Pollia en Metella, de vriendinnen van het meisje, kwamen als eerste aan. Ze hadden een groot aantal kransen gemaakt voor de gasten. Terwijl de overige gasten van Claudia aankwamen, zat Claudia tussen haar vriendinnen in de tuin. De vriendinnen hadden een gesprek.
-CLAUDIA-
Zojuist heb ik aan de huisgoden geofferd. Ik en mijn ouders stonden bij het huisaltaar. Vader bedankte de huisgoden, omdat de goden mij altijd beschermt hebben. Vervolgens overhandigde moeder m'n meisjes kleding en speelgoed. Ik zette alles voor de beelden van de goden . Het offer maakte veel indruk op mij. Jij, Pollia, bent onlangs getrouwd: heb jij jouw speelgoed geofferd aan de goden?
-POLLIA-
Jazeker. Na de plechtigheden van het offer gaf mijn moeder mij schrijfplankjes en een schrijfstift. 'Het is de taak van de vrouw om het huis van haar echtgenoot te besturen', zei ze. 'De plicht is niet moeilijk, als je altijd alles zorgvuldig opschrijft op je schrijfplankjes.' En werkelijk: vaak, nadat ik de slaven iets opdroeg, heb ik de namen van de slaven en de opdrachten opgeschreven. Zo kan ik alles onthouden.
-METELLA-
Jij hebt een nuttig geschenk ontvangen! Mijn moeder gaf mij spinrokken en een weefspoel. Ik zei tegen moeder: 'Een Romeinse dame maakt en herstelt toch geen kledingstukken? De plichten van slavinnen zijn toch weven en spinnen?'
-CLAUDIA-
Ook mijn moeder heeft aan mij spinrokken en een weefspoel gegeven: want weven en spinnen zijn kunsten van een Romeinse dame. Zoals moeder mij de goede kunsten van een echtgenote heeft geleerd, zo wil ik het mijn dochters leren.
-POLLIA-
Dochters? Hoeveel dochters? En hoeveel zonen wens je te hebben? Vijf? Tien? Twintig? Aulus weet het toch wel?
-METELLA-
Stil, Pollia! Kijk, Claudia krijgt een kleur. De rode kleur van haar wangen past niet bij de kleur van de bruidssluier.