Tekst 2.9: De staatsgreep van Generaal Jehu
Categorie: Boek > Tablinum > Oude Druk
Op een dag riep de profeet Eliseus één van zijn leerlingen bij zich en zei tot
hem: "Neem dit oliekruikje met je mee en ga naar de stad Rama. Wanneer je daar
bent aangekomen, zoek dan de legeraanvoerder Jehu. Als je hem zou vinden terwijl
hij midden tussen zijn vrienden zit breng hem dan naar een andere kamer en giet,
met de deur gesloten, dit kruikje olie op zijn hoofd uit en zeg hem: "Dit zegt
de Heer, de God van Israël: ziehier, ik zalf jou tot koning van mijn volk." De
jongeman trok dus naar Rama. Daar vond hij alle legeraanvoerders bij elkaar
gezeten en hij zei: "Ik heb heren generaals, aan één van u iets te zeggen."
Waarop Jehu sprak: "Aan wie van ons?" En de jongeman: "Aan u zelf, generaal.
Maar ik zal het niet zeggen in het bijzijn van de anderen." Jehu stond dus op
en ging met de jonge kerel in een andere kamer. Deze goot dus de olie over zijn hoofd uit, met de woorden: "Dit zegt de Heer, de God van Israël: Ik zalf jou tot
koning van mijn volk en door jou eis ik het bloed van mij profeten terug van de
koningin Jezabel en van het hele huis van Achab. En Jezabel zal door de honden
verslonden worden op het marktplein van de stad Jizreël en niemand zal haar
begraven." Toen hij dat gezegd had, opende hij de deur en vluchtte hij zo snel
mogelijk weg. Dus toen Jehu naar zijn vrienden terugging, vroegen deze hem: "Is
er iets gebeurd? Waarom kwam die gek naar jou?" Maar Jehu zei: "Jullie kennen
toch dat soort mensen en hun wonderlijke manieren van doen." Maar zij antwoordden
: "Laat die uitvluchten maar zo en vertel het ons." Toen sprak Jehu: "Hij heeft
letterlijk het volgende gezegd: de Heer, de god van Israël zegt: ik zal jou tot
koning van mijn volk." Toen ze dit gehoord hadden, spreidden dadelijk allen hun
mantels onder zijn voeten uit en riepen: "Jehu is de konin!" Jehu gaf dan het
bevel de stadspoorten te sluiten opdat niemand uit de stad zou weggaan en koning
Joram op de hoogte zou brengen.